Heer, ik kan niet meer. Ik ben zo moe
Ik kom zelfs niet meer aan lekker slapen toe.
De grote golven van mijn gedachte zee.
Neem ik vaak in de nacht met me mee.

Heer, ik ben teleurgesteld in Uw werken.
U spreekt, het verandert, maar het is mijn leven nog niet te merken.

‘Dat klopt lieve kind. Ik werk bij jou laag voor laag.
Vertrouw op Mij. Het gaat niet traag.
Ik werk soms door onzichtbare dingen.
Straks zie je het geheel en ga je er van zingen.’

O Heer, voor U wil ik mij buigen.
Ik verlang ernaar om van U te getuigen.

‘Lieve kind, je mag me alles vragen.
Door Mijn Geest zul je rijpe vruchten dragen.
Aanvaard mijn liefde als een lied.
Wees maar rustig en stil en geniet.
Mensen kunnen je helpen met bouwen.
Maar stel boven alles op Mij je vertrouwen.
Ga niet naar mensen met diepe vragen .
Ze geven antwoorden, die voor jou niet zijn te verdragen.
Ik ga met jou de diepte in.
Mijn trouw en liefde geven jou boven alles weer zin.’