‘Genade’, zo’n onuitsprekelijk waardevol woord.
Ik heb het zelf al vaak genoeg gehoord.
Toch is het leven uit genade zo’n strijd.
Ik mag het hier al ontvangen. In deze tijd.
Sommige dagen kan ik daar voluit uit leven.
Dan dank ik God voor deze zegen.
Andere dagen wordt het me allemaal te veel.
En ben ik zo dom dat ik de koning op mijn eigen troontje speel.
Mijn hoofd zet genade dan om in werk.
En dan lijk ik echt heel sterk.
Ik overzie de gebeurtenissen om mij heen.
En stop ze in vakjes. Dat lijkt zo veilig, maar het zet me achteraf vaak op het verkeerde been.
Het lijkt zo makkelijk en oplosbaar.
Maar deze oplossing is maar tijdelijk, echt waar.
In stilte kniel ik neer
om genade te ontvangen voor deze valkuil telkens weer.
Ik mag naar God gaan en mag belijden:
dat ik op mijn eigen troontje zat en dacht wijs genoeg te zijn om te kunnen onderscheiden.
Vader wil U mij vergeven?
Ik kan niet me deze verantwoordelijkheid leven.
Wilt U mij reinigen met Uw kostbaar bloed.
Zodat ik schoon ben, en me afkeer zodat ik het nooit meer doe.
Heer, Uw genade is zo groot.
Wie kan daaraan iets toevoegen? Het is voor ieder denken te groot.
Ik dank U Heer voor de vervulling van de wet en Uw onuitsprekelijke macht.
Ik wil leren leven uit Uw genade en wandelen in Uw kracht.
Bewaar me steeds voor deze diepe kuilen.
Het levert niets op dan alleen maar grote builen.
Het leven uit U geeft rust en zegen.
En een rijk perspectief tot eeuwig leven.
Lief kind ik zie het verlangen van jouw hart
Daarin ligt Mijn vreugde en is steeds weer ruimte voor een nieuwe start.
Wie genade kan doorzien raakt echt verblind.
Het is iets wat de Hemel en aarde met elkaar verbindt.
Het past niet in hand of een groot systeem.
Je kunt ontvangen door Mij alleen.
De opdracht voor jou in dit leven.
Is Mijn liefde aan anderen door te geven.